Waar ging het over?

• Gevoelens kennen en herkennen bij jezelf en bij anderen
• Gevoelens laten zien aan anderen
• Zeggen hoe je je voelt en waardoor dat komt
• Stevig staan als een boom
• De dieren en hun gedrag

 

Wat hebben de kinderen geleerd?

Het is belangrijk dat de kinderen kunnen laten merken aan anderen hoe zij zich voelen. De ander kan het kind daardoor beter begrijpen. Gevoelens heb je niet ineens zomaar. Tijdens deze bijeenkomst hebben de kinderen geleerd dat er meestal een gebeurtenis aan vooraf gaat. De komende weken gaan de kinderen eens kijken of ze kunnen achterhalen hoe een gebeurtenis invloed heeft op hun gevoel. De kinderen hebben ook onderzocht waar zij de 4 B's (boos, blij, bang en bedroefd) in hun lijf voelen. Verder hebben ze een opdracht gedaan waarbij de kinderen hebben geleerd dat iedereen een ander gevoel kan hebben bij dezelfde gebeurtenis. Dat je twee gevoelens tegelijk kan hebben en dat gevoelens elkaar kunnen opvolgen. Gevoelens zijn er altijd. Iedereen heeft gevoelens, je hebt positieve en moeilijke gevoelens en gevoelens zitten van binnen. Je kunt erachter komen hoe iemand zich voelt door: te luisteren, te kijken en te vragen. 

 

Vervolgens zijn de kinderen aan de slag gegaan met hun houding. Het is belangrijk dat zij zich bewust worden van hun lichaamshouding. Staan ze er dreigend bij, zoals een leeuw. Zijn ze juist meer in zichzelf gekropen, zoals een schildpad. De trainers hopen dat de kinderen stevig gaan staan als een pauw. Op die manier kunnen ze situaties beter aan. Andere kinderen zullen niet over hen, of met een boog om hen, heen lopen. 

 

Verder zijn de kinderen aan de slag gegaan met gedrag. Gedrag kan je verdelen in 3 soorten gedrag en koppelen aan een bepaald dier. Het dier kenmerkt zich ook door dit gedrag. Hieronder vind je de uitleg over de dieren en het bepaalde soort gedrag

De leeuw

Staat voor knokken. Dit zijn vaak kinderen die gaan vechten. Dit knokken kan zijn met woorden, maar ook daadwerkelijk slaan of schoppen. Veel kinderen willen de leeuw helemaal niet zijn, maar hun leeuwen gedrag wordt (direct of indirect) uitgelokt door andere kinderen.Soms hebben de kinderen namelijk het gevoel dat hun gedrag wordt uitgelokt. De kinderen die het gedrag uitlokken, vinden het gedrag dat het kind laat zien vaak grappig. Zij weten precies op welke knoppen zij moeten drukken. 

Schildpad

De schildpad staat voor wegkruipen of niet zeggen wat je ervan vindt. Als er zich moeilijke situaties voordoen, zal de schildpad snel wegkruipen. Dit kan zich uiten door snel weg te lopen van de situatie. Schildpadden vinden het moeilijk om voor zichzelf op te komen, waardoor hun mening vaak niet gehoord wordt.

Pauw

Staat voor aanpakken of zeggen wat je ervan vindt. Een pauw pakt aan en komt voor zichzelf op. Het laat andere kinderen nadenken over hun gedrag en zegt daar wat van. 

 

Het is niet zo dat het pauwen gedrag het enige gedrag is dat goed is. In bepaalde situaties kan het namelijk voorkomen dat je je beter kan gedragen als een leeuw of een schildpad. Een pauw kan ook weglopen van de situatie, maar in tegenstelling van de schildpad, loopt een pauw op een stevige manier weg. Dit doet een pauw niet, voordat hij/zij heeft verteld wat hij niet niet leuk vindt. Onderaan de pagina een overzicht van de plaatjes die zijn gebruikt in de training. 

 

De kinderen hebben dus geleerd dat je door een gebeurtenis verschillende gevoelens (en verschillende gedachten) kan krijgen. Over gedachten gaan de kinderen het de volgende keer hebben.

De dieren